Wiskundige activiteiten

Bouw een dierentuin

Laat je kinderen een dierentuin bouwen met verschillende stallen en hokken.

(zeer veel mogelijkheden voor wiskundige- en ruimtebegrippen.

(bron)

 

Ruimte - plattegrond

Maak een plattegrond van je huis.

  • Verstop iets en geef het weer op het plan. Kan je het vinden?
  • Laat je kind de woonkamer nabouwen met blokken, met of zonder plattegrond.

(bron)

opruimen en sorteren

Opruimen moet er zeker en vast ook gebeuren. Ruim samen met je kind op en ga hierbij sorteren. Kinderen hebben speelgoed op basis van meerdere kwaliteiten denk maar aan: kleur, grootte, soort, vorm. Maak duidelijk rond welk kenmerk je gaat sorteren door dozen te plaatsen of vierkanten te trekken met tape op de grond.

(bron)

Meten

Je kan ook allerlei voorwerpen in huis gaan meten. Bv de bedden. Deze kunnen ze bv meten met potloden, blokken van dezelfde grootte,,… . Maar ook de lengte van je woonkamer met bv de voeten. Meet eventueel hierna ook zelf deze lengte met je voeten. Je zal een ander resultaat krijgen dan je kind. Bevraag je kind hoe dat zou komen. Dit komt doordat de voeten niet even groot zijn. 

(bron)

logisch denken

Tijdens het spelen met je kind kan je ook aandacht schenken aan het logisch denken. Als je met de auto’s speelt, kan je door middel van vragen je kind aan het denken zetten bijvoorbeeld: neem een auto die niet groen is, neem een auto dat rood is en strepen heeft, neem een auto dat zwart of groot is,… .

(bron)

lichaamslengte vergelijken

Je kan de gezinsleden vergelijken qua grootte, lengte. Hang een strook papier tegen de muur en duidt de lengte aan. Bespreek achteraf: “wie is de grootste, de kleinste, wie is er even groot, wie is de tweede kleinste, de middelste,… ? Leer kinderen hierbij ook nauwkeurig meten, anders klopt het niet.

Tafeldekken

Ga samen met je kind aan de slag door de tafel te gaan dekken voor het aantal gezinsleden in huis. Ga samen met je kind kijken naar hoeveel borden, messen, glazen, … moeten we nu op de tafel gaan zetten zodat we allemaal kunnen eten? Als alles op tafel staat en de tafel is gedekt dan kan je met je kind alles nog eens gaan natellen. Zijn er vier messen aanwezig, 4 glazen, … .

 Als alles op de tafel staat kan je met je kind ook ruimtelijk gaan ordenen door te vragen waar ligt het mes ten opzichte van het bord? Ligt het ernaast, ervoor? → het ligt ernaast, Waar staat het glas ten opzichte van het bord? staat het ernaast, ervoor? → het staat ervoor, Waar staat het soepbord? → het soepbord staat in het gewone bord, … .

Je kan ook nog met je kind gaan kijken of het glas vol is, halfvol, leeg. Je kan dan gaan vragen hoe zie je dat het halfvol is en niet vol?, … . Hierbij ben je aan de slag gegaan met inhoud.

Wiskunde is overal!

Om de rekenontwikkeling van een kind te stimuleren moet je hen de kans geven om met allerlei diverse materialen en in verschillende situaties ervaringen te kunnen opdoen met tellen, ruimte en tijd, vergelijken, meten, ordenen en het construeren van dingen. 

Dit zijn dingen die gewoon doorheen de dag kunnen gebeuren. 
Tijdens een wandeling: bekijk de huisnummers, tel het aantal rode brievenbussen in de straat, tel hoeveel auto’s er staan geparkeerd, spring tien stenen ver, …. 

Tijdens het dekken van de tafel: Zet 5 boden klaar, leg 1 mes minder, hoeveel vorken zijn er nog nodig? …. 

Tijdens het koken/bakken: Giet de melk in de kom tot aan cijfertje 5, doe bloem in de kom tot er 20 op de weegschaal staat, geef mij 3 eitjes, … 

Maar niet alleen het tellen is belangrijk. Denk ook aan wiskundige woordenschat: Welk ei is het groots? In welk glas zit nu het minst water? 
Zijn er evenveel messen dan vorken? Heb je teveel of te weinig vorken gekregen van mama? 

Meten in huis en in de tuin: Hoe ver kan ik springen? Dit kunnen we bijvoorbeeld met onze handen tellen. Ik spring 5 handjes ver, mama springt 10 handjes ver. 
Welke beer is de grootste? Orden ze van groot naar klein. 

Sorteren: Leg alle witte beren bij elkaar. Sorteer het bestek correct in de besteklade. De was sorteren op kleur. 
Zoek dezelfde sokken. … 

Vaak zit wiskunde ook verstopt in allerlei andere soorten activiteiten:
Het nabouwen van een bouwtekening van duplo (ruimtelijke oriëntatie, maar dan zijn ze ook aan techniek aan het werken.) 
Het maken van een kralenketting volgens patroon (Het maken van een serie, maar ook fijne motoriek. 

Wiskunde zit voor kleuters dus echt overal, en is nog leuk ook! 🙂